Steeds meer opa’s en oma’s sturen een whatsappje, zitten op facebook, twitter en instagram

Foto: © Pixabay.

Het sociale media gebruik van ouderen heeft de laatste jaren een vlucht genomen. Vooral 65- tot 75-jarigen maken steeds meer gebruik van sociale media. In 2019 zei 76 procent actief te zijn geweest op sociale media, vijf jaar eerder was dat nog 40 procent. Ook het sociale media gebruik onder 75-plussers is toegenomen. Tekstberichten uitwisselen bijvoorbeeld via WhatsApp is onder ouderen het meest populair. Dit blijkt uit recente cijfers van het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen 2019’ van het CBS.

In 2019 was 87 procent van de personen van 12 jaar of ouder aan in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek sociale media zoals WhatsApp, Facebook, Twitter, Instagram, Snapchat, LinkedIn, discussiefora of weblogs te hebben gebruikt. Vijf jaar eerder was dat nog 74 procent. Vrijwel iedereen in de leeftijdsgroep van 12 tot 55 jaar maakt gebruik van sociale media (95 procent of meer). Onder 55- tot 65-jarigen bedroeg het socialemediagebruik vorig jaar 89 procent en onder 65- tot 75-jarigen 76 procent. 2014 was dat respectievelijk nog 64 en 40 procent.

Whatsapp

Het uitwisselen van tekstberichten via onder meer WhatsApp is de meest gebruikte vorm van sociale media: 84 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder deed dit in 2019. De grootste groei is te zien bij de leeftijdsgroep van 65- tot 75-jarigen. Inmiddels verstuurt 70 procent van de 65- tot 75-jarigen tekstberichten. Dat was vijf jaar eerder nog 25 procent. Onder 75-plussers nam het uitwisselen van tekstberichten toe van 7 procent in 2014, naar 34 procent in 2019. In 2019 was 63 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder actief op sociale netwerken zoals Facebook, Twitter, Instagram of Snapchat, en 32 procent op professionele netwerken zoals LinkedIn. Ouderen maken ook steeds meer gebruik van sociale netwerken. Vorig jaar was 39 procent van de 65- tot 75-jarigen, en 17 procent van de 75-plussers actief op sociale netwerken. Dat was vijf jaar eerder nog respectievelijk 23 en 6 procent.

Smartphone

75-plussers maken met 18 procent (6 procent in 2014) nog relatief weinig gebruik van telefoneren via internet. Van de 65- tot 75-jarigen zegt al 41 procent (19 procent in 2014) via internet te bellen. Vorig jaar gaf 92 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder aan een smartphone te gebruiken om internetten. Dat was in 2014 nog 74 procent. Na de smartphone is de laptop met 83 procent het populairst voor internetgebruik. In 2014 was de laptop nog het meest gebruikte apparaat (76 procent). Met 71 procent wordt de tablet eveneens vaak gebruikt om online te gaan. In 2014 was dat nog 57 procent. Het gebruik van een desktop om te internetten nam af: in 2014 gebruikte nog 61 procent van de Nederlanders een desktop, in 2019 was dat afgenomen tot 54 procent. Alleen bij de leeftijdsgroep 65 jaar of ouder nam het desktopgebruik nog toe.