Twee ton subsidie voor nieuw alzheimer-onderzoek

Foto: ©Pilar Martinez.

De Hersenstichting kent twee ton subsidie toe aan alzheimer-onderzoek van prof. dr. Pilar Martinez van het Maastricht UMC+. Het doel van de studie is om te begrijpen hoe verstoringen in de vethuishouding in de hersenen een rol spelen in het ziekteproces. Martinez kijkt vooral naar de rol van vetten (lipiden) in ontstekingsreacties die kenmerkend zijn bij de ziekte van Alzheimer: “Wat deze studie bijzonder maakt is dat we onderzoek doen naar een ander ziektemechanisme. Verreweg het meeste onderzoek naar alzheimer richt zicht namelijk op het uitgangspunt van eiwitstapeling.”

Pilar MartinezDe hersenen bestaan voor een groot deel uit ‘vetten’, waaronder zogeheten sfingolipiden. De vethuishouding in de hersenen is heel nauwkeurig gereguleerd. Als daar iets mis gaat, kan dat mogelijk leiden tot ernstige hersenaandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer. In een eerder onderzoek heeft Martinez aangetoond dat de stofwisseling van sfingolipiden een rol speelt bij het ontstaan van alzheimer. Door deze vetten te veranderen werden er minder eiwitten aangemaakt die mogelijk betrokken zijn bij de vorming van de ziekte. De resultaten van dat onderzoek zijn een interessant aangrijpingspunt voor mogelijke toekomstige geneesmiddelen tegen alzheimer. Het nieuw gefinancierde onderzoek is een vervolg op dit eerdere onderzoek.

Belang van het onderzoek
In Nederland lijden meer dan 100.000 mensen aan de ziekte van Alzheimer. De verwachting is dat dit aantal in de komende twintig jaar zal verdubbelen. Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. In de hersenen van mensen met alzheimer neemt het aantal hersencellen af en zorgen verstoringen in specifieke eiwitten ervoor dat hersencellen minder goed kunnen communiceren. Er is op dit moment geen therapie beschikbaar die de ziekte van Alzheimer effectief kan bestrijden. Om in de toekomst wel tot effectieve therapieën te komen, is het van essentieel belang om te begrijpen hoe de ziekte wordt veroorzaakt en waarom de ene persoon gevoeliger is voor het ontwikkelen van alzheimer dan de ander.