d’Artagnan

Foto: Sem Shayne

Hey, jij daar…raap mijn handschoen eens op. Daar schrok je even hé. Luister, er moet iets van mijn muskietershart. Tjongejongejonge. Zijn jullie nu eindelijk klaar. Stelletje Maastrichtenaren. Wat een opwinding zeg. Om niks. Bijna was ik hier mijn standbeeld uitgelopen, zo genoeg kreeg ik ervan. En dat alles over een gat in een ouwe muur… Wat ik hier allemaal voorbij zag trekken de laatste weken. Heren en dames uit allerlei stichtingen en verenigingen, een of ander vreemd vrouwmens uit de politiek die zich héél belangrijk vindt, types die elkaar overschreeuwden over de aantasting van hun culturele erfgoed. Merde.

Wees blij dat mij pakweg 350 jaar geleden een verdwaalde kogel trof anders hadden wij edele Fransen destijds tientallen gaten in de vermaledijde muur geschoten. Dan zou dat provinciestadje van jullie mee omhoog zijn gegaan in de vaart der volkeren en hadden jullie tenminste iets van onze grandeur meegekregen. In plaats van dat provinciaals gezever. Wat ik dagelijks in dat parkje van jullie moet meemaken. Nondeju.  Wandelaars met kefhondjes, patrouillerende toezichtshandhavers in rare neppolitiepakjes die achteloze fietsers van het pad sleuren en bekeuren, terwijl zo’n idiote toeristentram de kinderwagens van de weg afrijdt. Ach, ach. Wat zich hier allemaal afspeelt. Je wilt het niet weten. Dieren die liggen te verhongeren, eenden die elkaar verkrachten. Om over de nachtelijke gebeurtenissen maar te zwijgen.

Ja, ik houd het wel allemaal in de gaten hoor. Ook al hebben jullie mij helemaal weggestopt aan het einde van dat park. The asshole of the park, noem ik het altijd. En dat voor een musketier…wat zeg ik, de beroemdste musketier aller tijden. Respect kennen jullie niet. Stelletjes leerlooiers. Maar zoals gezegd, ik houd jullie in de gaten. Jullie weten niet hoe blij ik was over die prachtige plannen met de Tapijnkazerne…Ja, inclusief dat gat in de muur. Ik zag het al helemaal voor me. In de zomer hele colonnes frisse fietsende studentes met korte rokjes. Onder mijn neus langs. Heerlijk, wat verheugde ik mij daarop.

Maar neen hoor. Jullie provincialen begonnen meteen te zeiken. En dat terwijl het nog maar om een schetsontwerp ging. Tjongejonge. Gunnen jullie mij dan helemaal niks. En zo’n gat in de muur, dat geeft jullie zelf toch ook lucht. Verruimt de blik. Kom je nog eens uit die benauwde binnenstad. Maar neen hoor. Alles en iedereen stond op z’n kop. In tegenstelling tot al die media ben ik van mening dat die Kitty totaal geen Nuytswaarde heeft. Ja, okay, flauw grapje. Als je hier zo lang op een sokkel moet staan wordt je vanzelf melig. Die hele muur van jullie is sowieso een samengeraapt zootje. Bijeengeharkt in de loop der eeuwen. Ik heb nog meegemaakt dat jullie een poort in die muur hakten. Deze heet zelfs Poort Waerachtig…nou als er één poort niet waarachtig is…

En nu kloppen jullie jezelf op je borst. Wentelen in zelfgenoegzaamheid. Wat zijn jullie trots op jezelf. Stelletje pottenbakkers. Een ouwe muur redden. Hoera. En het leukste is dat vanaf het begin af duidelijk was dat dat gat er nooit zou komen. Dat zag zelfs een musketier op schootsafstand.

Weet je trouwens wie er de afgelopen weken ‘s nachts stiekem bij mij op bezoek kwam. Die wethouder, kom hoe heet die, Gerdo van Grootgeest, zoiets. Aardige jongen. En wel zo slim. Die is niet voor één gat te vangen, dat blijkt. Gelachen dat we hebben. Hij nam altijd een fles cognac mee. Onder het genot van een paar glaasjes, neen geen plastic, vertelde hij mij dat het allemaal onzin was. Hij wilde gewoon een proefballonetje oplaten. Ja, ook Hollanders hebben humor. Die hele mediaheisa, met Kitty voorop, vond hij geweldig. Ik mag die man wel. Hij vertelde dat hij samen met die architecten die dat schetsontwerp hebben gemaakt ook heel hard gelachen heeft. Onderling noemden ze dat gat het ‘schertsontwerp’. Ja, die Grootgeest is slim hoor. Zo zei hij ook, en dat mocht ik niet doorvertellen, kom hier dan fluister ik het in je oor, dat dat hele gat een afleidingsmanoeuvre was. Meer zeg ik niet, maar kijk dat hele Tapijnplan nog maar eens goed na. Meer zeg ik niet. Musketiers zijn mannen van eer. Die weten wanneer ze moeten zwijgen. Handige jongen die Gerdo. Even de bevolking tarten en jullie Maastrichtenaren lopen direct te hoop: één voor allen, en allen voor een ouwe muur.

d’Artagnan